vruchtenwijn

fruitwijn
Wijn maken van eigen druiven is leuk. Het nadeel daarvan is dat ik dat maar 1 keer per jaar kan doen. Nadat de oogst een keer mislukte na een slechte zomer besloot ik wijn te maken van een portie kiwi’s. Dit bleek een succes en daarna ben ik van meer fruitsoorten wijn gaan maken.
Rijp fruit smaakt zoet en kan ook zurig zijn. Denk bijvoorbeeld aan appels. Sommige appelsoorten smaken zoet, andere soorten minder zoet en wat zuriger. Dat is afhankelijk van het appelsoort.
De verhouding suiker – zuur is van belang bij de wijnmakerij. Die verhouding varieert. Om een stevige rode wijn te maken hebben we druiven nodig met veel suiker en niet teveel zuur. Voor een witte wijn is wat minder suiker en wat meer zuur nodig.
Heeft een druif te weinig suiker dan kunnen we daar geen smakelijke wijn van maken. Ook niet in geval van teveel suiker. Hetzelfde is van toepassing op de zuren. De concentratie van suikers en zuren moet binnen bepaalde aanvaardbare grenzen liggen. Hier gelden geen vaste regels maar wel globale grenzen. Bij vruchtenwijn voegen we dan ook vaak suiker en water toe.
kiwi - wijn
