
Rode wijn wordt gemaakt van blauwe druiven en witte wijn van witte druiven. In de regel is dit het geval echter de meeste mensen weten niet dat je van blauwe druiven ook witte wijn kan maken.
Rode wijn wordt gemaakt door de druiven de eerste 5 tot 10 dagen mee te laten gisten. Daarna wordt het geheel geperst. De wijn wordt dan gemaakt van het sap wat daarbij vrijkomt. Op deze manier komen er uiteindelijk meer stoffen van de druivenschil en de vrucht zelf in de wijn.
Witte wijn wordt gemaakt door de druiven gelijk te persen en gist toe te voegen aan het sap. Wanneer blauwe druiven gelijk geperst worden ontstaat hieruit ook een witte wijn!
Een tussenvorm is rosé. Deze wordt op dezelfde manier gemaakt als rode wijn maar dan met een kortere periode voor de pulpgisting. De druiven gisten een kortere periode mee.